Wat is bekkenbodemdysfunctie?
Iedereen, mannen, vrouwen en kinderen van alle leeftijden, kunnen klachten krijgen door het niet goed functioneren van de bekkenbodem. De bekkenbodem heeft drie functies: sluiten, openen en het dragen van de buikorganen. De bekkenbodemspieren kunnen te zwak of juist te sterk, te gespannen zijn.


Veelvoorkomende klachten.

  • Ongewild verlies van urine tijdens inspanning
  • Veelvuldig optredende niet te onderdrukken aandrang om te plassen (soms gepaard gaand met urine verlies).
  • Ongewild verlies van ontlasting.
  • Het bij herhaling slechts moeizaam kwijt kunnen van ontlasting.
  • Verzakking van de baarmoeder, de blaas of darmen.
  • Pijn in de onderbuik, rond de anus of de geslachtsdelen.
  • Urineverlies bij plotselinge verhoging van de buikdruk, bijv. tijdens hoesten.

Normaal hoort men de bekkenbodemspieren kort en krachtig te kunnen aanspannen
en enige tijd aangespannen te kunnen houden(plas ophouden). Patiënten worden bij bekkenbodemtherapie hierin getraind.

Wat is het doel van de therapie?
Het doel van de therapie is de patiënt d.m.v. voorlichting en oefening bewust te maken van zijn of haar lichaamsfuncties, in het bijzonder die van de functie van de Bekkenbodemspieren in relatie met de ademhaling, de lichaamshouding en het bewegen.

Wat is het uiteindelijke doel?
Uiteindelijk wordt een gedragsverandering in het dagelijks leven tot stand gebracht. De patiënt wordt geleerd oude gewoonten en reflexen te vervangen door effectievere gewoonten en reflexen, waardoor incontinentie(het onvermogen om ontlasting of urine op te houden) of retentie(terughouden van plas in de blaas door het onvermogen de blaas te ledigen) uit blijft. Dit heeft een duurzaam karakter. De oefeningen worden voornamelijk tijdens de dagelijkse bezigheden getraind d.m.v. bepaalde activiteiten, bijvoorbeeld gedurende de gehele dag de plas op te houden. Op deze manier leert de patiënt zichzelf een ander gewoontepatroon aan.

Wat is bekkeninstabiliteit?
Vooral vrouwen tijdens of na de zwangerschap, maar soms ook vrouwen in de overgang, kunnen klachten krijgen van de onderrug en in de bekkenregio. Tijdens bukken, draaien en tillen, of tijdens asymmetrisch bewegen van de benen, komen er krachten op het bekken “het middelpunt en bewegingscentrum van het lichaam.” In de onderrug wordt pijn gevoeld die kan uitstralen langs het bekken naar de liesstreek aan de voorzijde van het lichaam of langs de zijkant van de benen. Ook wordt vaak pijn waargenomen rond het schaambeen, uitstralend naar de knieën. Omdraaien in bed, opstaan, lang zitten, lang staan, lang lopen, traplopen en fietsen gaan doorgaans moeilijk. Aangenomen wordt dat een veranderende hormoonactiviteit, waardoor weefsels in het lichaam slapper worden, een belangrijke rol spelen.

Wat is het therapiedoel bij bekkeninstabiliteit?
De therapie start met het gedoseerd aangespannen houden van bepaalde spieren, zodat het bekken stabieler wordt tijdens de verschillende bewegingen. Vervolgens wordt er geoefend met het accent op spierversterking van bepaalde spiergroepen die en bijdrage leveren aan de stabiliteit van het bekken. Tevens wordt de patiënt geleerd hoe om te gaan met pijn, en hoe men als patiënt de belasting van de dagelijkse bezigheden zo goed mogelijk kan verdelen. Verder worden er specifieke vaardigheden tijdens het dagelijks functioneren getraind zodat de belasting op het bekken zo laag mogelijk gehouden kan worden. Na een aantal behandelingen zal de belasting geleidelijk opgevoerd worden waardoor de belastbaarheid van het bekken zal kunnen toenemen.

De behandeling uitgevoerd door een bekkenfysiotherapeut vindt vaak plaats op verwijzing van de huisarts of specialist (gynaecoloog, uroloog). Ook de in het bekken gespecialiseerde fysiotherapeut is per 1 januari 2006 direct toegankelijk.